Mijn oma breidde vroeger truien met onze namen, zodat mensen mij en mijn tweelingbroer uit elkaar konden houden. We leken niet op elkaar, ik was groter en had langer haar, maar ik weet niet waarom het anders onze namen had. Even geleden, zo’n twee jaar, leerde ze me ook haken. Haar arsenaal aan talenten in koken en handwerken is mythisch. Mijn broer probeert nog achter het geheim van haar macaroni te komen en haar bitterkoekjespudding is vaste prik met kerst. Die laatste komt gewoon uit een pakje, vertrouwde ze me laatst toe. Met haar 80 jaar woont ze nog, samen met mijn opa, in een gewoon huis en doet ze vrijwilligerswerk ‘bij de bejaarden’. Daar haken, breien en borduren ze voor het Rode Kruis. Trendgevoelig als ze zijn, heeft zij vorige winter van die cirkelsjaals gebreid zoals die je ook bij H&M en dergelijke kon kopen. Deze winter hielp ze me aan handschoenen die ruimte openlaten voor mijn iPhoneduim en -wijsvinger.
Mijn hele leven ben ik voorzien geweest van haar creaties. De doily lamp bevat een aantal doilies van haar hand en het borduurproject hierboven komt uit de restjesmand van haar vrijwilligerswerk. Die had authentieke 70s kleuren, maar die vul ik even anders in.
En nu ga ik wat voor haar maken! De sloffen die ik hier beschreef, maakte ik voor mezelf en mijn nichtje, komen er ook voor mijn oma. Zij heeft gelukkig niet zo’n haast, maar binnenkort hoop ik eindelijk eens iets voor haar te maken. Dat lijkt me erg leuk.