Leren kijken

If you have a child of two or three, or can borrow one, let her give you beginning lessons in looking.
Corita Kent & Jan Steward*

In 2016 maakte ik deze foto van onze zoon die gefascineerd was door de roltrap in de V&D. Het faillissement van deze kolos uit onze eigen jeugd was toen al uitgesproken. We snapten wel waarom, het had afgedaan. Maar hij vond er iets, een grote verwondering voor de beweging (misschien zijn eerste roltrap) en de lichtjes. Hij leerde me een lesje in kijken.

Iets verder in het citaat:
To the child, the journey of this particular day, with its special light and sounds, has never been made before. So the child treats the situation with the open curiosity and attention it deserves. The child is quite right.

*Uit Learning by heart – teaching to free the creative spirit van Corita Kent en Jan Steward

Geplaatst in inspiratie, kinderen | Getagged | Een reactie plaatsen

Alice Munro over het schrijfproces

Hoe kun je fictieverhalen schrijven? Hoe maak je iets van die witte pagina’s? Enerzijds zijn er schrijvers die praten over ‘bloeden als ze gaan zitten’, er wordt gesproken over inspiratie, literatuur en ambacht. Maar wat gaat er door iemand heen die het haar vak heeft gemaakt?

Ik ben wel fan van Alice Munro, blijkbaar net als schrijver Thomas Verbogt. Ik stuitte op het voorwoord dat schrijfster Alice Munro (1931) in 1986 schreef voor haar korte verhalen in The Moons of Jupiter (1986):

‘I find it very hard to talk about, or look at – let alone read – any work of mine, after it is published, shut away in its book. Why is that?’

Enerzijds ziet ze dan de ruimte voor verbetering, maar ook:

‘The story is a kind of extention of myself, something once attached to me and growing out of me, now lopped off, exposed and abandoned. What I feel isn’t shame or regret exactly – it would be quite hypocritical to say I felt that, when exposure, publication, was surely what I had in mind all along – rather, it’s a queasiness, an unwillingness to look or examine.’

De Canadese Munro heeft een heel specifieke schrijfstijl. Haar korte verhalen hebben bijna altijd vrouwelijke hoofdpersoon, verwikkeld in een strijd met zichzelf of een situatie die ze opeens anders zien. Zoals Roald Dahl’s korte verhalen altijd een lugubere twist hebben, hebben de verhalen van Munro ook iets donkers. Niet iets paranormaals of bloederigs, maar veel subtieler. Mensen beseffen in haar verhalen iets over zichzelf of een ander, waar ze niet blij mee zijn. Er zit een draai in, maar dan nog is de clou niet duidelijk, een beetje zoals het leven zelf. De Engelse Wikipedia noemt haar stijl ‘Southern Ontarian Gothic’. Waar ik gothic associeer met lange zwarte kleren, blijkt die hoofdstroming vooral te gaan over het slechte in de mens te onderzoeken. Vaak zit er een element in van je niet op je plek voelen.

Munro schrijft over vrouwen en heel realistisch, waardoor lezers al snel denken dat het haar eigen waargebeurde verhalen zijn. Maar nee. Ze neemt anekdotes van wat zij en anderen hebben meegemaakt en kneedt het. Ze voegt ingrediënten toe, kiest een andere setting. Ze vertelt iets, maar niet alles. Ze schetst in korte krachtige streken. Ze maakt iets nieuws. En daar zit fantasie in, maar ook veel ambacht.

‘I have to make an effort, now, to remember what’s in these stories. That’s a strange thing, I make them with such energy and devotion and secret pains, and then I wiggle out and leave them, to harden and settle in their place. I feel free. Next thing I know I’ve started assembling the makings; I’m getting ready to do the whole thing over again.’

Het meest recente boek van Alice Munro, Dear Life, verscheen in 2012. Het jaar erna ontving ze, als dertiende vrouw ooit, een Nobelprijs voor de literatuur, ze werd geroemd om haar meesterschap van het korte verhaal. Toen had ze helaas al aangegeven dat ze met pensioen ging.

Geplaatst in boeken, inspiratie | Getagged , | Een reactie plaatsen

Iedereen kan tekenen

Een interview met een tekenaar die alles zelf heeft geleerd, Siegfried Woldhek. Over dat iedereen het kan, over dat kijken belangrijk is. Dat we bang worden voor het oordeel van anderen. En dat ook tekenen communiceren is.

Mensen die niet kunnen tekenen, bestaan niet in de wereld van tekenaar en schilder Siegfried Woldhek. Iedereen kan tekenen, zegt hij, maar de meeste mensen worden als kind bang voor het oordeel van anderen en leggen dan het potlood neer.

„Tekenen is een manier om te vertellen. ’Making marks’ noemt David Hockney het. Dat hoeft niet heel precies of binnen de lijntjes. Tekenen kan ook terwijl je een telefoongesprek voert, met een stokje in het zand, of zoals heel lang geleden op een rotswand. Geef een kind een stift en een vel papier en het begint te tekenen. In het boek ’Lekker tekenen’ staat voorin een tekening van mijn kleinzoon Abel. Ik zat erbij toen hij die maakte. Hij had er een heel verhaal bij, over een man met een pijl en boog en een roos, die een echte roos was en die ontplofte en toen kwam er een vogel langs. Inmiddels is hij zeven. Het onbevangene is er dan af. Bij kinderen wordt dat vast van buitenaf ingegeven: er komt competitie in, een tekening moet ’goed’ zijn en lijken. Maar daar gaat het helemaal niet om bij tekenen. Dus op het moment dat je dat weer kunt loslaten, komt het plezier weer terug.”

Maar je moet tekenen wat je ziet, niet wat je denkt te zien, wat je hersenen je dicteren. Dat is een belangrijke les, die ik eerder had willen leren.

Eigenlijk alles wat er in zijn twee boekjes staat had hij die 44 jaar geleden wel willen weten. Maar hij ontdekte het allemaal zelf, door te kijken, te lezen en maar te proberen.

Maar proberen lijkt me een prima methode.

Het hele interview staat hier achter een paywall.

Geplaatst in inspiratie | Getagged , , | Een reactie plaatsen

Kijken naar maken

(Foto van Ambacht in Beeld zelf: Bram Kloos)

Dit weekend was er in Amsterdam het Ambacht in Beeld festival. Ambachtslieden, van tassenmakers tot mozaïekleggers tot cocktailmixers, ze waren er allemaal. Ze lieten hun kunsten zien en nodigden het publiek uit voor workshops.

Ik vind het super, maar was er met een te volle agenda, niet bij. Gelukkig hebben we de foto’s nog, mijn instagramfeed staat in ieder geval vol met mooie beelden. Beelden waar mijn handen van gaan jeuken, nu wil ik ook borduren, een muizenhuis maken, of in ieder geval de eerste Nederlandse vrouwelijke smid de hand schudden.

De eye-candy in mijn fotofeed bestaat natuurlijk ook voor eten, watertandend kijken naar twee handen die in een minuut een complete maaltijd in elkaar draaien. Andere bus- en treinreizigers zie ik soms met alleen poké bowls en verse taartjes in hun timeline. Het deed me denken, waarom vinden we het zo leuk om te kijken naar iemand die iets zelf maakt? Misschien ligt een antwoord in dit artikel over de populariteit van ‘maak-video’s’ op Instagram en Facebook.

“They allow people to feel like they can do these activities,” Michaelis says. Whether or not viewers step into the kitchen or workshop, “the videos bring us into the creative process, which is an inherently intimate process. It feels like we are getting a secret peek in on a creative experience.”

Aldus dr. Michaelis.

De beelden van andere mensen die dingen maken, van processen die halverwege zijn, van een blad dat van wit naar compleet gekleurd gaat (zoals Lisa Congdon vaak doet), inspireren mij om wat vaker toch een projectje op te pakken en af te maken.
Of hè, misschien moet ik er ook een camera op zetten. Dan schiet het pas op!

En wie weet, misschien moet ik volgend jaar toch echt gaan kijken op dit mooie festival.

Geplaatst in DIY, inspiratie | Getagged , | Een reactie plaatsen

Beter dan perfect – liever iets dan niets

giant doilyIn mijn hoofd heb ik mooie ideeën, van alles wat ik zou schrijven of maken als de omstandigheden perfect waren, en als ik tijd had. Mijn Pinterestlijstje met leuke crafts voor een mooie middag is bijvoorbeeld al land. Feit is: die omstandigheden en tijd komen eventjes niet. Ik zal maar even moeten oefenen, de schrijf- en maakspieren blijven gebruiken. Lastig, want de dingen waarmee ik oefen voelen half-af, als oefeningen, als tussendoortjes. Ik weet dat ik beter kan, ook als ik meer zou oefenen of per project meer tijd zou gebruiken. Als ik echter blijf hikken tegen het feit dat het niet helemaal is zoals in mijn wens, maak ik helemaal nooit wat.

Hierboven een voorbeeldje; de twee doilies (gemaakt door mijn oma en mijn schoonmoeder,) uit de enorme verzameling hingen alweer een tijdje boven ons bed, met heel ambitieus een lege derde borduurring aan de haak. Elke avond zag ik die lege ring en dacht, er moet iets geweldigs komen, daar. Ik kan leren weven, ik kan portretten van ons gezin gaan borduren, kunst kopen dat daar precies past. En toen kwam ik op Creative Life een workshop tegen waarmee je de grote doily leerde maken in een sessie. De workshop sloeg ik over, maar het pakketje zette ik op zondagmiddag in elkaar, et voila, er hangt eindelijk wat aan het derde haakje. En ik weet gelijk hoe het is om zoiets groots te haken. Done is better than perfect.

Ira Glass over ‘the gap’

Op dit soort momenten put ik vooral moed en motivatie uit wat anderen zeggen. Held Ira Glass (van mijn favoriete podcast This American Life) verwoordde het eens als volgt:

Nobody tells people who are beginners — and I really wish somebody had told this to me — is that all of us who do creative work … we get into it because we have good taste. But it’s like there’s a gap, that for the first couple years that you’re making stuff, what you’re making isn’t so good, OK? It’s not that great. It’s really not that great. It’s trying to be good, it has ambition to be good, but it’s not quite that good. But your taste — the thing that got you into the game — your taste is still killer, and your taste is good enough that you can tell that what you’re making is kind of a disappointment to you, you know what I mean?

(…)

And the most important possible thing you can do is do a lot of work — do a huge volume of work. Put yourself on a deadline so that every week, or every month, you know you’re going to finish one story. Because it’s only by actually going through a volume of work that you are actually going to catch up and close that gap. And the work you’re making will be as good as your ambitions. It takes a while, it’s gonna take you a while — it’s normal to take a while. And you just have to fight your way through that, okay?

Het hele citaat, met een mooie animatie, staat bij Brain Pickings.

Bewaren

Geplaatst in DIY, inspiratie | Getagged , , | Een reactie plaatsen

Punniken – French knitting post in English

Knitted love wire and thread Simplicated

As this post from 2012 still gets some new readers to this blog, I’m now posting this in English. I’d love to re-introduce my re-discovery of what the Dutch call Punniken, you might call it French Knitting.

I’d been wondering what you can possibly do with this form of knitting that simply creates a very thick thread, most of us learned to use this back in school, if ever. Below, some ways i found to use these soft long threads that you can make in one evening with a film and enough tea ;).

Materials

I bought a french knitting bee, which actually looks like a bee, for 6 euros at a ‘fournituren’ stand at the market. The bee comes with a needle and a complementary pom pom maker (not in the picture). I used yarn with a thickness of 4 (in crochetting). I’ve used some coated metal wire that i bought in a garden shop.

How to do it

I saw the idea for words with wire in Phildar, a French (haha) knitting magazine. It mostly features actual knitting patterns, and some crochet. Once you get the hang of the principle of French knitting, it’s pretty easy. I’ve found this video that shows how to set it up and do it. It’s pretty mindless, so easy to combine with watching some telly.

After about 1,20 meter, 1,5 meters, you can tie a knit and it’s finished, depending on the length of the word or name you want to make. I then started from one end, filled the follow thick thread with the coated metal wire. You can quite easily push it through, every now and then the tip may come out, but just push it back. Make sure you have covered the whole length of the thread before cutting the wire. The thread is quite flexible.
Then, of course, mold it into a word or name.

Other ways to use these thick threads would be some of these i found: A necklace in Dutch, French knitting with little beads in Dutch and Domesblissity has a nice collection (featuring my word).

Enjoyed this little article or have questions? Let me know!

Bewaren

Geplaatst in DIY | Getagged , | 3 Reacties

Klein weefproject

klein weefprojectSoms probeer ik wat nieuws, zoals een klein weefproject dat bij een oude Mollie Makes zat. Het is een beetje vreemd, want ik werk zonder plan en handleiding (allang verdwenen), maar het is lekker om te doen. Zoals haken en borduren prima kan terwijl je een detective kijkt (hier in huis is het vooral Death in Paradise en Vera), geldt dit ook voor weven.

Met een raam met daarin (in dit geval 16) haken kun je lijntjes spannen. Daartussen ga je telkens met een draad en een dikke naald, heen en weer, de ene rij voorlangs, de andere rij achterlangs. De bijgeleverde draden zijn allemaal van een zelfde dikte, maar je kunt heel goed variëren in dikte, patronen, kwasten, knopen en ga zo maar door. Dit Nederlandse blog geeft een goede uitleg hoe je met minimale middelen zelf klein kunt weven.

Seventies

Het lijkt misschien suf, maar de techniek is helemaal hip voor ‘wall weavings‘, decoratieve muurkleedjes met een jaren zeventig vibe, met verschillende diktes en variaties in kleuren. Zo’n stuk geweven wol aan de muur voegt gelijk wat warmte en zachtheid toe aan een kamer, misschien. Naast macramé (voor een volgende keer?) zie ik het al een hele tijd op allerlei blogs en bij stylisten (ik tel er vijf in dit huis). Met een knipoog naar de seventies, maar nu noemen we het bohemian.

Op Pinterest zie ik meerdere how-to’s, maar als dit je allemaal te ingewikkeld vindt, kun je ook met wat nepbloemen en een vloerkleedje aan de slag, laat deze dame zien.

http://jesus-sauvage.com/diy-tissage-petits-paysages-tisses-concours-vos-places-pour-le-salon-csf/

Bergen en wolken van Jesus Sauvage.Meer weefprojecten

De mooiste weefsels vind ik zelf die in rustige kleuren, de landschappen of, zoals heldin Pip Lincolne ontdekte, de minimalistische van de Franse Sandra van Jesus Sauvage.
Die laatste heeft ze gemaakt in Ikea-fotolijstjes, in de blogpost geeft ze een Franstalige uitleg over het maken.

Voor nu ga ik even door met oefenen in het mini-weefgetouw en de bijgeleverde kleurtjes. Wie weet maak ik hierna iets wat lijkt om de bergen en wolken van Sandra. Of, wie weet, is het hierna tijd voor macramé …

Geplaatst in DIY | Getagged , , , | Een reactie plaatsen

Weer een Robinson boek – leesvoer

Marilynne Robinson – the Givenness of Things

“My present bewilderments are a new territory that make me doubt I have ever really been lost before.”

Marilynne Robinson, Gilead

Hoewel haar stof soms hard werken is (de fictie niet, die is zo mooi!), heb ik er toch weer een gekocht, een boek van Marilynne Robinson, een Amerikaanse schrijfster, denker en theologe. Haar teksten zitten zo boordevol geschiedenis, compassie en wijsheid … op elk essay kan ik weer een tijd kauwen. Inclusief een tweegesprek tussen haar en Obama uit 2015, dat je ook hier online kunt lezen of luisteren. Over hoop tegen angst in, boeken lezen, onderwijs, eerlijkheid boven sensatie en meer.
Ik kocht er maar gelijk een kopje koffie en twee chocolaatjes bij. En ja, ik besef dat ik vooral over lezen en eten (lezen als eten) schrijf, is er meer in het leven dan?

PS: in 2014 maakte ik deze foto toen ik Home en Lila van haar per post binnenkreeg
PPS: 5 jaar geleden zag de winter er zo uit!
Ik deelde toen ook een heerlijk recept voor courgette-brownies

Geplaatst in boeken | Getagged , | Een reactie plaatsen

De zin van lezen

Ik probeer te lezen. Het schiet er regelmatig bij in, met twee kleine kinderen, jonger dan 4, en andere afleiding. Ik word gelukkiger van lezen, denk ik altijd.

Ik moet dan ook weer over een drempel heen om een nieuw boek te gaan lezen. Bijna alsof ik naar een feestje ga waar ik niemand ken. Ik weet wel zeker dat ik vrienden ga maken. Elk hoofdpersoon in elk boek wil namelijk met me praten. Ik moet even moeite doen ze te leren kennen (soms val ik midden in hun verhaal) en op een gegeven moment besluiten of ik met ze blijf staan kletsen in een tochtige gang of opeens doe alsof ik in de verte iemand zie die ik toch echt even moet spreken. Te vaak blijf ik moeizaam elke bladzijde omslaan, terwijl ik beter het boek kan inruilen voor een exemplaar dat ik leuker vind. Meer mensen herkennen de weerstand om te stoppen met lezen van een boek, maar he, er zijn genoeg redenen om toch te stoppen.

En toch, als mijn boek uit is, heb ik altijd even een rouwperiode, waarin ik afscheid neem van de man, vrouw of het kind, dat die pagina’s even bevolkte. Het voelde even alsof ik iemand heel goed kende. Dat is ook waarom we ‘in een boek verdwijnen’, even met ons hoofd, ook als het boek dicht is, even in dat verhaal blijven zitten. Het is de ‘fiction feeling hypothesis’.

According to the fiction feeling hypothesis, narratives with emotional contents invite readers more to be empathic with the protagonists and thus engage the affective empathy network of the brain, the anterior insula and mid-cingulate cortex, than do stories with neutral contents.

Al die persoonlijke gevoelens die ik heb met een boek, blijken gelukkig niet uniek. Zo blijkt het lezen van fictie sowieso goed te zijn voor empathische gevoelens, ook buiten de wereld in het boek, bijvoorbeeld in relaties en op het werk.

Gelukkig werkt het weer mee in november, vanmiddag kruip ik met een fictieboek op de bank. Werken aan m’n people-skills, zeg maar.

Geplaatst in boeken | Een reactie plaatsen

boeknotitie Big Magic – over creativiteit

Elizabeth Gilbert vind ik sinds Eat, Pray, Love een heldin. Ze schrijft licht over soms zware thema’s, heeft zelf zomaar een nieuw genre uitgevonden en haar TedTalk over inspiratie als een ‘genie’ heeft geprikkeld. Het boek Big Magic, creative living beyond fear wilde ik dan ook graag lezen.

Hetzelfde enthousiasme, het lef om vrolijk te zijn en stug door te werken, permissie, jezelf niet te serieus te nemen, maar wel je werk serieus genoeg te nemen om er keihard aan te werken en te snoeien, het is een inspirerend boek.

Een citaat:

The guardians of high culture will try to convince you that the arts belong only to a chosen few, but they are wrong and they are also annoying. We are all the chosen few. We are all makers by design.

En hier de TedTalk.
Tijd om het ook in de praktijk uit te voeren.



Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...

Geplaatst in boeken, inspiratie | Getagged , , | Een reactie plaatsen