Ik was er een van de eerste generatie. De eerste generatie iPod Nano’s. Een zwarte, want de witte was alweer zo hip. Mijn omgeving was toen al hevig aan de grote Apple apparaten, MacBooks en dergelijke. Toen de eerste iPhone kwam heeft m’n broer zelfs met Amerikaanse toestanden eentje bemachtigd. Mijn nano was alweer naar m’n vader gegaan omdat ik dacht dat je met een iPhone hetzelfde zou kunnen (is ook zo, behalve hardlopen). Dat gat had ik alweer opgevuld voor een andere, tweedehands gekocht. De familie heeft inmiddels meerdere ipods (5? 6?), twee iPads, voor werk, natuurlijk, en vier verschillende generaties iPhone. Samen kunnen we een minimuseum vormen.
Maar een paar maanden geleden kreeg ik van Apple een mailtje. “Lever je iPod Nano in en je krijgt een nieuwe, want die je hebt kan ontploffen”. Dat was samengevat en hevig geparafraseerd de boodschap. Er hadden twee of drie nano’s in een ver buitenland vlam gevat.
Ik stuurde het kleinood op en kreeg een paar weken later een gloednieuwe. Veel kleiner dan die eerste generatie, en mooier, zonder krasjes. Er zit zelfs een Nike+ app op waardoor het m’n stappen telt. Hij gaat dus mee. Zelfs al past de meeste muziek die ik luister wel op de telefoon, al heb ik m’n telefoon bijna altijd bij me. Maar in mijn tas raakt dit kleintje zoek. In m’n broekzak schraapt er zo een sleutel tegen. In een vakje van m’n tas raken de oordopjes in de knoop, weer met die sleutels. Ik had een beschermlaagje nodig. Met twee kleuren vilt (best dun) een naald en redelijk stevig draad in een contrasterende kleur heb ik dit daarom maar gemaakt, onder het genot van twee afleveringen Mad Men. Mijn naai-experimenten zijn op een hand te tellen, dus ik was zelf best blij dat ik de steek die ik in m’n hoofd had ook kon uitvoeren. Nu ik het door een zoekmachine gooi, zie ik dat het festonsteek heet. Toegegeven, dat van mij is niet zo netjes als zou kunnen, maar ik ben redelijk tevreden. De groene strook is een soort bandje waar ik de oordopkabeltjes onder kan schuiven, die loopt door tot halverwege de achterkant. De grijze flap hoef ik niet vast te zetten, die blijft plakken door het oordopkabeltje. En mijn nieuwe kleine iphamilykindje blijft warm en beschermd.
Trouwens, mocht je zelf aan het experimenteren gaan, een kleine tip: knip liever te weinig af dan teveel. In mijn ongeduld kan ik nog wel eens te enthousiast willen knippen, waardoor het tweede kantje best wel strak werd. Misschien zou het handiger zijn geweest een patroontje uit te tekenen op papier. Of misschien ben ik de enige die zo onbezonnen te werk gaat …