Ik had een mooi voornemen: elke zaterdag een recept. Dit recept had ik ook al op woensdag geschreven, maar ik zat te wachten om een foto te maken. Vorige week zaterdag had ik al een keer de soep gemaakt voor wat klasgenootjes die langskwamen. Het felle oranje van de soep contrasteert prachtig met bepaalde blauwgroenige kommen die ik heb. Maar de meiden kwamen, aten soep en ik vergat m’n camera. Afgelopen zaterdag maakte ik de soep weer, dit keer voor twaalf mensen. De kommen vlogen de keuken uit, de broodjes konden nog even in de oven, er waren te weinig vorken en ga zo maar door. Toen ik zelf wat soep kon eten, besloot ik dat te doen, en niet door een woud van logeerbedden en neergelegde treinrails te reiken naar een camera. Ik kan maar een paar dingen tegelijk doen, en deze twee keren besloot ik gewoon te genieten van de gezelligheid van de mensen en de smaak van de soep.
Pompoensoep met gember en mandarijn
Ingrediënten
Voor 4 personen
Een kilo pompoen, na schillen (met dunschiller) en verwijderen van pitten en draden
2 winterwortelen
1 uit, in snippers
1 laurierblad
1 stukje gember (vingerkootje), geschild en in stukjes
2 eetlepels olijfolie
1 liter water
2 groentebouillonblokjes
2 mandarijnen
peper, zout, nootmuskaat
verse peterselie/koriander
125 gram zure room
Extra nodig
Rasp
citruspers
Staafmixer/stamper
Bereidwijze
Verhit de olie in een ruime pan en bak de pompoen, ui, wortelen, laurier en gember al roerend een paar minuten. Kook het water in een waterkoker, en voeg dat samen met de bouillonblokjes toe. Rasp de schil van de mandarijnen boven de pan, halveer ze vervolgens en pers ze uit. Doe het sap erbij. Laat ongeveer 40 minuten zacht doorkoken. Als de pompoen en wortel zacht zijn, kun je het laurierblad verwijderen. Pureer de soep daarna met staafmixer of stamper. Als de soep te dik is, verdun het met (heet) water. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat en verdeel over kommen. Voeg, wanneer gewenst, na het opscheppen peterselie/koriander en zure room toe.
Zaterdagsmaal is een poging om minstens wekelijks te schrijven over iets dat ik leuk vind: eten (maken). Elke week een recept voor die twee dagen in de week dat ik daar ook echt tijd voor neem. Over genieten van lekker eten.