Het is augustus en in het park in de buurt hangen de bramen weer klaar om geoogst te worden. We zijn er gisteren op uit gegaan, zogenaamd voor een wandelingetje, maar stiekem had ik een bakje bij me voor wat we misschien tegen zouden komen.
Wat lesjes van gisteren
- Bramen en brandnetels zijn vrienden, maar niet noodzakelijk de jouwe. Draag dus dichte schoenen en een spijkerbroek.
- Liever schrammen dan scheuren. Draag korte mouwen, zo blijven je kleren niet hangen, en die kleine schrammetjes zijn wel stoer.
- Zacht en dik is beter. Als je hard moet trekken om de bramen los te krijgen, zijn ze nog niet zoet.
- Wie het vaakst komt, het vaakst maalt. Wij Hollanders zijn niet vies van wat wildplukken, dus de buit is afhankelijk van wanneer en hoe vaak je gaat.
- Wat van ver komt is lekker. Blijkbaar is de gemiddelde plukker ongeveer mijn lengte (1.73). Ik plukte dus alleen maar zure, nog net niet rijpe bramen. Paul had meer geluk, of meer bereik.
- Verzamelen is jagen. Denk niet dat je zomaar even gaat wandelen en tussendoor bramen plukt. Zodra je op zoek bent naar bramen, is dat wat je doet. Elke struik wordt nauwkeurig bekeken voor je verder loopt, bijna automatisch.
De buit dit keer: een klein bakje vol, want dat was alles wat ik had meegenomen. Zojuist gingen er een paar door de yoghurt. Negentig procent was door Paul geplukt, natuurlijk, ik kwam er gewoon niet bij. En tussendoor, van braamstruik tot braamstruik, hadden we het over strategieën om het bramenplukken de volgende keer nog beter te laten gaan. Met een stok met een haak eraan, bijvoorbeeld. Goed om bij die hoge en verre takken te komen.
PS. Blijkbaar ging ik precies drie jaar geleden ook op bramenjacht. Toen maakte ik er een toetje van.